Peilen  
   
Peilen is bij het karpervissen praktisch onmisbaar. Het vooraf goed in kaart brengen van de bodem van het betreffende water is deels bepalend voor een goede vangst. Neem voor het peilen ruim de tijd en doe het voordat je met een voercampagne of het vissen begint.

Hoe gaat het peilen in zijn werk en wat heb je nodig? We gebruiken een (oudere) karperhengel met molen die uiteraard met voldoende lijn is opgespoeld, een wartellood wat vrij over de lijn schuift, een plastic kraal en een peildobber. Tegenwoordig zijn er hypermoderne peildobbers beschikbaar in diverse soorten, maten en gewichtsklassen die van oorsprong zijn ontwikkeld voor het snoeken met dode aasvissen. Als je er eerst niet teveel geld aan wilt uitgeven voldoet een traditionele snoekdobber van plastic, kurk of foam ook. Kies het gewicht van het wartellood niet te laag. Daarmee voorkom je dat tijdens het peilen het lood van zijn plek wordt getrokken en je dus geen nauwkeurig beeld van de diepte krijgt. Normaal gesproken is 90 tot 110 gram ideaal maar dat is ook afhankelijk van wat je hengel maximaal kan werpen.

Peildobbers van starbate Peilmontage
klik voor volledige weergave


    - Haal de hoofdlijn door het oog van het wartellood en rijg daarna een plastic kraal op de lijn. Deze voorkomt dat tijdens het peilen het oogje van het lood aan de knoop van de dobber blijft haken. Knoop de peildobber met het oogje aan de hoofdlijn.

    - Plak op je peilhengel tussen de handgreep en het startoog 2 stukjes tape goed zichtbaar op 50 cm afstand van elkaar.

    - Gooi nu het geheel in het water op de plek waarvan je de diepte wilt weten.

    - Wacht tot het geheel de bodem heeft bereikt en draai nu langzaam de lijn in, totdat je de dobber tegen het lood voelt slaan. Dit kun je voelen doordat de weerstand toeneemt.

    - Zet de molen in de baitrunnerstand of draai de slip losser. Pak de hoofdlijn ter hoogte van het eerste stukje tape tussen je vingers. Trek nu lijn door de slip van de molenspoel af tot je vingers bij het tweede stukje tape zijn. De peildobber zal door zijn drijfvermogen naar het oppervlak toe willen en zal nu 50 cm boven het wartellood staan. Plaats je vingers weer bij het eerste stukje tape en trek weer 50 cm lijn van de spoel. De dobber staat nu een meter boven het lood.

    - Herhaal de handeling en tel ze net zolang totdat de peildobber aan het wateroppervlak verschijnt. Wanneer de peildobber bijvoorbeeld na 8 keer lijn geven boven water komt, dan weet je dat het daar vier meter diep is (want 8 keer 50cm = 4m).

Wanneer je de diepte weet, draai je de lijn weer binnen totdat je de dobber weer tegen het lood voelt slaan. Trek het geheel nu over de bodem een paar meter naar binnen en herhaal dan de bovenstaande procedure. Door op deze manier in een soort waaiervorm in een paar verschillende richtingen te werpen, krijg je een goed beeld van het bodemverloop op je stek. Heb je een interessant stuk gevonden dan kun je daar nog een keer extra naartoe werpen om het nauwkeuriger te verkennen. Let bij het verschuiven van het lood over de bodem ook op je hengeltop. Aan de weerstand en de trillingen die je ziet en voelt kun je er achterkomen wat voor soort bodem zich daar bevindt en of er ergens bijvoorbeeld een mosselbank ligt.

Peilen

klik voor volledige weergave

Vergeet niet om tijdens het peilen op te schrijven hoe diep het overal is. Dit is ook handig voor later als je gaat voeren en vissen.

Een gewone nylonlijn is prima te gebruiken. Wil je echter heel nauwkeurig en op grote afstand peilen dan is een dyneema lijn veel beter. Deze bezit geen rek en geeft ook de trillingen veel beter aan de hengeltop door.

Succes..!!