Specimen Witviskoorts  
   

Hoe het zo kwam..

Na 12 jaren van fanatiek karpervissen en af en toe kunstaasvisserij in de erg koude wintermaanden ben ik in 2003 weer aan het witvissen verslingerd geraakt.

Ik had eindelijk een, voor Nederlandse begrippen, mooie karper gevangen en raakte de drive voor de ‘biggenjacht’ een beetje kwijt. De komende jaren zou ik zo’n karper in Nederland vast en zeker niet meer vangen, tenzij ik nog een keer zoveel uren en jaren aan de waterkant zou ‘verblijven’.

 

Ik kocht vervolgens een quivertiphengel en een feeder en ging aan de slag op de grindgaten en de Maas waar ik jaren zoveel tijd, vissend op karper, had doorgebracht. Voor mijn karpertijd viste ik ook op witvis en dat blijkt net als fietsen te zijn, dat verleer je ook niet zo snel. Ik ving al snel mooie brasems en voorns.

 

Niet lang hierna schafte ik ook weer twee vaste hengels van 11.00m aan, een zitkist en een plateau voor de stenen oevers.

In 2004 viste ik enkele losse wedstrijden mee in mijn vereniging. Ik wilde eigenlijk meteen instappen in de vijvercompetitie maar aangezien deze al vier wedstrijden aan de gang was, kon dat niet meer.  In 2005 had ik weinig tijd, om de schade in te halen heb ik afgelopen jaar wel deelgenomen aan de competitie. Ik heb de smaak helemaal te pakken en volgend seizoen ben ik weer van de partij in de vijvercompetitie.

 

Na het oppakken van de witvismaterialen ben ik natuurlijk niet gestopt met het vissen op karper. Ik heb er teveel plezier aan beleefd de laatste jaren, om deze tak van vissen te laten voor wat het is.

De ‘zucht’ naar kilo’s is gedaald, nu kan ik meer genieten van het vissen zelf. Voordat ik mijn persoonlijke record ving was het een ‘moeten’ vissen, nu is het weer ‘willen’ geworden. Hier ben ik overigens erg blij om. Ik ben nu van “karperjunk” weer op weg een allround-visser te worden, zo kan ik weer genieten van bijna alle takken van onze geweldige sport.

 

Jaarindeling

 

Grofweg ziet mijn visserij er sinds 2004/2005 er als volgt uit. Van januari tot maart/april vis ik op karper, maar meer nog op roofvis. In april/mei is het karpertijd en vis ik in de korte uurtjes tussendoor met de vaste hengel als voorbereiding op de komende verenigingswedstrijden bij HSV de Rietvoorn in Welten.

In juni, juli, en augustus vis ik voornamelijk met de vaste hengel, de quivertip en de feeder op witvis. Daarnaast vis ik in de zwoele zomeravonduurtjes graag met de penhengel en een ganzenpennetje op karper. September is zo’n overgangsmaand waarin de karperkoorts weer wat aanzwelt maar waar ook nog competitiewedstrijden op de agenda staan.  

Oktober en November zijn de “dikke vissen” maanden. In deze maanden probeer ik steevast, om voor de wintertijd, nog enkele dikke karpers uit de Maas te toveren.  

In december houd ik me vooral bezig met het kunstaasvissen, het jaar is dan weer om. 

 

Brutale Witvis

 

De afgelopen drie jaren heb ik gemerkt dat witvis, zoals Brasem, Kopvoorn en Winde, steeds ‘brutaler’ wordt. In tegenstelling tot de jaren daarvoor vang ik nu steeds meer witvis tijdens het karpervissen. Als ik vijf jaar geleden met 16mm boilies op een grindgat zat te karperen, ving ik in een week misschien 2 Brasems en een Kopvoorn.  Tegenwoordig van ik aan deegknikkers van 20mm in zo’n zelfde tijdsbestek  wel 18 Brasems en Kopvoorns. Ook pakken Windes steeds vaker mijn boilies, en dan praat ik over Recordwindes van 55 cm+….

 

 

Tijdens mijn laatste maasavontuur, al karpervissend, werd ik helemaal verrast toen ik aan twee 20mm boilies (onder elkaar) op een haarlijntje een brasem van, maar 40 cm, ving en naderhand ook nog een kopvoorn van maar 43 cm ving. Ik schrijf MAAR omdat dit de kleinere vissen waren van de hele serie die zich mijn boilies lieten smaken. De karper liet het afweten maar de grote witvissen beten volop. De grootste kopvoorns waren 48, 49 en 51 cm en de grootste windes waren zelfs  57 en 61 cm!

 

Lichter materiaal

 

Twee weken na deze vangsten ben ik aan de slag gegaan met lichter materiaal. Voorgaande vissen ving ik allemaal tijdens het karpervissen en dus met de karperhengels. Hoe machtig de recordwinde van 61 cm ook was, aan de 2,5 LB karperhengel voelde ze slechts aan als een kleine Karper. Het is uiterst zonde om zo’n geweldige vechtjas als de Winde aan zo’n zwaar materiaal te vangen.

Vervolgens ben ik met een feederhengel en een lichtere karperstok (2LB) terug gegaan naar de Maas. Als aas nam ik mijn eigen boilies in 20mm formaat mee voor de lichtere karperstok, en een emmertje particels. 80% Kikkererwten en 20% pinda’s, voor aan de feeder.

 
zelfs de twee 20mm boilies leverden meerdere vissen op ..

 

Voor de hoofdlijn van de feeder gebruik ik 25/00 nylon en voor de 2 lb karperstok, 30/00nylon.  Op de geplande dag wordt ik ’s morgens niet gewekt door mijn wekker maar door een krabbend geluid. Ik herken het meteen,.. het heeft gevroren en de buurman krabt zijn auto vrij. Het is niet voor niets 2 november, het is de eerste nachtvorst van dit jaar. Deze koude is met de oostenwind vandaag een echte spelbreker. Ik begin nu al te balen want ik denk niet dat dit het azen van de vissen bevordert, integendeel. Zo’n eerste dag vorst heeft me nog nooit iets spectaculairs opgeleverd.

Maar zoals het bloed kruipt waar het niet gaan kan, ga ik ook proberen om vis te vangen.

 
twee schepnetten , voor het geval zich toch een karper vergist…

 

Met de karperstok vis ik gewoon met een 20mm boilie, met een vastloodmontage, en een vierkant geslagen kogellood

van 60 gram. Dit blijft goed liggen in de stroming, mede omdat het maar 1 tot 1,20m diep is op de stek waar ik vandaag vis. De onderlijn is van gevlochten lijn en is zo’n 20cm lang met een haak maat 6. Ik voer zo’n 20 boilies bij met een werppijp.

 

Aan de feeder knoop ik in eerste instantie eenzelfde opzet als de vorige. Alleen gebruik ik hier een haak maat 8 met als aas twee kikkererwten aan het haarlijntje onder de haak. Om de haak heen komt een PVA-zakje (dit lost op in het water) met een handvol kikkererwten. Zo komt het haakaas dus precies in een hoopje los voer te liggen eens het zakje na ongeveer vijf a tien minuten is opgelost.  

Als dit foefje na een uur nog geen beet heeft opgeleverd, probeer ik een combinatie van  feeder- en karper opzet. De vastloodmontage blijft, alleen wordt het lood vervangen door een voerkorf van 60 gram. Ik vervang de onderlijn, door een lijntje met een haak maat 10, met maar één, i.p.v twee kikkererwten. Ik meng wat partikels onder het lokvoer dat ik als extraatje had meegenomen en gooi weer in.

 

Na anderhalf uur van korf vullen en voer brengen krijg ik nog steeds geen teken van leven. Ik ben nu dus al bijna drie uur bezig en het begint aan me te vreten.

Gelukkig begint de top van de karperhengel na ’n dikke drie uur te tikken. Ik neem de hengel op en geef een tik. Een fijne winde van net geen 50 cm heeft de boilie gepakt en wordt dan toch de mijne. Op deze lichtere hengel komt deze vechterbaas inderdaad een stuk beter tot zijn recht. 

 

 
een onthaakmat  is gigant-vriendelijk

 

Na nog een uur vissen geef ik de moed op. Het weer is toch te guur naar mijn mening. Ik zal het een volgende keer moeten afwachten. De aanpak is in ieder geval wel weer in orde geweest. Tijdens het karpervissen heb ik zo geweldige witvissen gevangen, en ook nu weer leverde het een mooie winde op. De weersverwachtingen geven de hele komende week oost- en noordoostenwind aan. Wat mij betreft een slecht teken, maar dat houdt niet in dat ik niet doorga met mijn probeersels. Ik heb een nieuw doel om na te streven,…n.l. een winde van 61 cm of groter vangen.

 

Succes medevissers, Petri heil.

René Kamps